Aan welke eisen moet een Bibob-advies voldoen?

Bibob

14 december 2020
door Leen Hennink

Op basis van een Bibob-advies kan een bestuursorgaan beslissen om een vergunning of subsidie te weigeren of zelfs in te trekken. Voor de belanghebbende heeft dit verregaande economische en maatschappelijke gevolgen. Aan welke eisen een Bibob-advies moet voldoen leest u in dit artikel.

Een vergunning of subsidie kan worden geweigerd wanneer er ernstig gevaar bestaat dat deze zal worden gebruikt om financieel voordeel uit strafbare feiten mee te benutten. In artikel 3 lid 2 van de Wet BIBOB is bepaald waar dit gevaar uit moet bestaan:
- feiten en omstandigheden die er op wijzen dat de belanghebbende bij de vergunning of subsidie betrokken is bij strafbare feiten;
- wanneer er een vermoeden bestaat, hoe ernstig is dit vermoeden;
- de aard van de relatie;
- de grootte van de verkregen of te verkrijgen voordelen.

Er is sprake van betrokkenheid bij strafbare feiten wanneer:
-  de betrokken persoon de strafbare feiten zelf heeft begaan;
-  hij direct of indirect leiding geeft gegeven of zeggenschap heeft gehad of het vermogen heeft verschaft aan een rechtspersoon die de strafbare feiten heeft begaan;
- een ander deze strafbare feiten heeft gepleegd en de betrokken persoon heeft met hem samengewerkt, al dan niet zakelijk.

Vaak zal er een onderzoek aan een Bibob-advies ten grondslag liggen. Een dergelijk onderzoek dient uiteraard zorgvuldig te zijn. Zo is van belang dat er concrete feiten en omstandigheden worden genoemd waaruit blijkt dat sprake is betrokkenheid bij strafbare feiten. Dit kan bijvoorbeeld gelegen zijn in een veroordeling maar ook in de vervolging van een verdachte.

In aanvulling op het bovenstaande is nog van belang dat een weigering of intrekking van een vergunning of subsidie alleen mogelijk is wanneer deze in verhouding staat met de mate van gevaar. Een bekeuring voor te hard rijden zal niet meteen leiden tot het weigeren van een subsidieaanvraag. Ook moet er een duidelijk verband bestaan tussen de te verlenen vergunning of subsidie en het strafbare feit. Iemand die wordt vervolgd voor een echtelijke ruzie kan niet alleen op dat feit een horecavergunning worden geweigerd.

Om te bepalen wanneer een Bibob-advies gerechtvaardigd is, wordt door een bestuursorgaan vaak een gedragsrichtlijn gepubliceerd. Op basis van die richtlijn wordt besloten wanneer tot een Bibob-advies wordt overgegaan en wanneer naast het interne onderzoek door het bestuursorgaan, wordt overgegaan tot het vragen van een advies aan een extern Bibob-adviesbureau. Wanneer de eigen richtlijn niet juist is gevolgd kan dit leiden tot een onzorgvuldig tot stand gekomen advies dat door een rechter buiten beschouwing kan worden gelaten. Een bestuursorgaan kan in beginsel uit gaan van de juistheid en de betrouwbaarheid van een advies van een extern Bibob-adviesbureau. Wanneer er echter over de broninformatie bij het bestuursorgaan vragen rijzen, zal het bestuursorgaan het adviesbureau om nadere uitleg moeten vragen. Het bestuursorgaan moet zich er namelijk zelf van vergewissen dat het onderzoek naar de feiten en de waardering daarvan zorgvuldig is geweest en dat het advies inhoudelijk concludent is. Ook moet een bestuursorgaan zich ervan vergewissen dat het Bibob-advies niet te oud is. Wanneer een advies twee jaar oud is, dan dient het te worden geactualiseerd. Voor actualisering in het onvoldoende wanneer er slechts een toelichting op het eerste advies wordt gegeven.  

Van belang is dat een Bibob-onderzoek naar de feiten en de waardering daarvan zorgvuldig is geweest en dat het advies inhoudelijk goed wordt geformuleerd. Wanneer dit niet is gebeurd dan kan een vergunning of subsidie ten onrechte door het bestuursorgaan worden geweigerd of ingetrokken. Mocht u twijfelen aan de juistheid van een Bibob-advies dan kunt u contact opnemen met BW Advocaten. 

Aanmelden voor nieuwsbrief
Aanmelden
Contact

Veerkade 5D
3016 DE  Rotterdam

010-466 23 33
info@bwadvocaten.nl