Een fraudeonderzoek uitvoeren, mag dat zomaar?

Privacyrecht

6 december 2021
door Tine Notenboom

Vele burgers worden er slachtoffer van: goede bedoelingen van organisaties die vermoedden dat er sprake is van fraude en die verregaande middelen inzetten om dit op te sporen. Vaak met grote consequenties voor de privacy van de betrokkenen. Mag dat zo maar?

Bij een fraudeonderzoek moet rekening worden gehouden met de regels uit de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Tijdens dergelijke onderzoeken wordt namelijk de privacy van de betrokken burger (vaak ernstig) geschonden. Deze regels houden allereerst in dat het onderzoek slechts mag plaatsvinden als de daarbij komende gegevensverwerking voldoet aan de volgende regels:

  1. Persoonsgegevens mogen alleen worden verzameld op basis van een welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd doel;
  2. Verwerking van persoonsgegevens moet worden gebaseerd op één van de 6 grondslagen uit de AVG, dit kan bijvoorbeeld zijn uitvoering van een wettelijke taak maar ook de restcategorie ‘een gerechtvaardigd belang’ komt vaak voor, waarover hierna meer.
  3. De gegevensverwerking moet noodzakelijk zijn om het doel te bereiken.

Wanneer is sprake van een gerechtvaardigd belang, oftewel wanneer is er een goede reden om een fraudeonderzoek te starten? De grondslag gerechtvaardigd belang is heel breed in te vullen. Er is sprake van een gerechtvaardigd belang voor een fraudeonderzoek als er een concrete verdenking van fraude bestaat. Er moet dus een aanleiding zijn voor het onderzoek.

Tevens moet het onderzoek noodzakelijk zijn om het gerechtvaardigd belang te bereiken. Bijvoorbeeld de gemeente kan onderzoek doen naar uw leefsituatie omdat zij een uitkering aan u verstrekt. De gemeente heeft in dat geval het gerechtvaardigd belang om een onderzoek te starten waarbij uw privacy wordt geschonden omdat zij belang heeft om alleen een uitkering voor alleenstaanden te verstreken wanneer u niet samenwoont.

Ook mogen er geen minder ingrijpende controlemogelijkheden zijn om het doel te bereiken. Als het bijvoorbeeld mogelijk is om eerst bankafschriften op te vragen bij de burger in plaats van dit achter zijn rug om bij de bank op te vragen, dan moet de betreffende instantie eerst bij de burger opvragen.

Verder dient het belang van de betreffende instantie groter te zijn dan uw belang bij privacy. Bijvoorbeeld als de gemeente u een uitkering voor één maand heeft verstrekt dan kan zij niet over een periode van jaren bankafschriften opvragen om te controleren of ze dit op juiste gronden heeft verstrekt. Het belang van de gemeente staat niet in verhouding bij de privacyschending die zij daarmee plegen.

Wanneer u iets afspreekt met een instantie gebaseerd op bepaalde feiten dan moet de betreffende instantie er vanuit gaan dat u de waarheid spreekt. Zodra er een aanleiding is om aan de juistheid van de informatie die u heeft gegeven te twijfelen, dan kan er een fraudeonderzoek worden ingesteld. De middelen die daarbij worden ingezet leveren vaak een grote schending van de privacy op voor de betrokkenen. Desondanks kan het gerechtvaardigd belang van de betreffende instantie die schending van privacy rechtvaardigen. Let er derhalve op dat u altijd naar waarheid verklaart en eventuele wijzigingen tijdig aan de betrokken instanties door geeft. 

Aanmelden voor nieuwsbrief
Aanmelden
Contact

Veerkade 5D
3016 DE  Rotterdam

010-466 23 33
info@bwadvocaten.nl