Is het mogelijk schadevergoeding te krijgen voor het ten onrechte delen van persoonsgegevens? 

Privacyrecht

4 april 2022
door Tine Notenboom

Vele burgers krijgen er mee te maken: een instantie die per ongeluk of expres persoonsgegevens deelt met derden. Dit heeft vaak grote gevolgen voor betrokkenen, niet alleen financiële gevolgen maar ook bijvoorbeeld doordat personen in hun naaste omgeving van de informatie op de hoogte raken. Kan die schade in rechte worden vergoed?

In artikel 82 van de Algemene Verordening Persoonsgegevens (hierna AVG) is het verzoek tot schadevergoeding geregeld. Hierin wordt aangegeven dat alle schade die wordt geleden als gevolg van een inbreuk moet worden vergoed. Er zijn echter geen nadere regels geformuleerd over hoe deze procedure moet worden gevoerd. Als gevolg hiervan moet via de 'normale' civiele procedure schadevergoeding worden gevorderd.

Het enkele feit dat sprake is van een schending van/ inbreuk op de privacy betekent niet meteen dat schadevergoeding gevorderd kan worden. Er moet daarnaast worden aangetoond dat schade is geleden. In het Nederlandse recht wordt daar in vergelijking met andere landen terughoudend mee om gegaan.

Naast schade moet de schade ook aan de ander kunnen worden toegerekend, er moet een causaal verband bestaan tussen de schade en het schadeveroorzakende feit en er mag geen sprake zijn van eigen schuld.

Vaak is er bij schending van de privacy sprake van zogenoemde immateriële schade. Immateriële schade is het tegenovergestelde van materiële schade. Materiële schade wordt ook wel vermogensschade genoemd. Dit is geleden schade die in geld is uit te drukken, bijvoorbeeld inkomensverlies, schade aan spullen enzovoort. In het Nederlands recht wordt immateriële schade alleen vergoed in geval van:

  • lichamelijk of geestelijk letsel,
  • als er sprake is van aantasting van de eer of goede naam of op andere wijze in zijn persoon is aangetast,
  • als sprake is van het oogmerk om immateriële schade toe te brengen, dan wel
  • als sprake is van aantasting van de nagedachtenis van een familielid.

Ook in geval van schending van de privacy zal dus moeten worden aangetoond dat sprake is van lichamelijk of geestelijk letsel of aantasting van de eer of goede naam. De vraag is hoe dit kan worden aangetoond. Geestelijk letsel is wellicht aan te tonen aan de hand van een psychiatrisch rapport. Uit het rapport moet dan wel duidelijk blijken dat het geestelijk letsel het gevolg is van de schending van de privacy. En hoe toont men schending van de goede naam aan? Als gevolg van deze regels zijn er nagenoeg geen zaken bekend waarin een schadevergoeding voor schending van privacy is toegekend. Een dergelijke procedure duurt bovendien lang en de kans is groot dat er in meerdere instanties geprocedeerd moet worden. Er is derhalve een lange adem voor nodig en een stevige zaak. Mocht u zo’n zaak hebben, neemt u dan contact op met BW Advocaten.

Aanmelden voor nieuwsbrief
Aanmelden
Contact

Veerkade 5D
3016 DE  Rotterdam

010-466 23 33
info@bwadvocaten.nl