Kunnen huwelijkse voorwaarden bij scheiding buiten toepassing worden gelaten?

Familierecht

12 april 2021
door Tine Notenboom

Regelmatig komt het voor dat bij het eindigen van het huwelijk ex-echtelieden zouden wensen dat zij ten tijde van het huwelijk huwelijkse voorwaarden hadden opgesteld. De omgekeerde situatie kan zich echter ook voordoen, er zijn huwelijkse voorwaarden opgesteld waardoor er bij scheiding sprake is van zeer nadelige consequenties voor één van de echtgenoten. Kunnen deze voorwaarden buiten toepassing worden verklaard?

Huwelijkse voorwaarden worden vastgelegd in een overeenkomst die meestal voor het sluiten van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap (en soms tijdens) bij de notaris worden ingeschreven. In de huwelijkse voorwaarden worden afspraken gemaakt over welke bezittingen en schulden gezamenlijk zijn en welke persoonlijk. Hiermee kunnen bepaalde bezittingen van één echtgenoot blijven of een partner beschermd worden tegen eventuele schuldeisers van een onderneming van één van de echtgenoten.

Vaak wordt in huwelijkse voorwaarden een gemeenschap van goederen uitgesloten. Een gemeenschap van goederen houdt in dat al het vermogen en alle schulden van echtgenoten gezamenlijk zijn. Vaak wordt er dan wel een verrekenbeding opgenomen. Dit houdt in dat u op een bepaald moment samen moet gaan afrekenen, dit kan zijn ieder jaar of aan het einde van het huwelijk.

In beginsel heeft een akte dwingende bewijskracht, wat betekent dat van de juistheid van de huwelijkse voorwaarden wordt uitgegaan. Er wordt namelijk van uit gegaan dat een notaris beide echtgenoten informeert over de gevolgen van de huwelijkse voorwaarden, ook bij scheiding. In zeer uitzonderlijke gevallen wordt door één van de echtgenoten bij scheiding betoogd dat hij of zij uit is gegaan van een onjuiste voorstelling van zaken bij het aangaan van de huwelijkse voorwaarden. Er is dan in feite sprake van dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden. Wanneer dit het geval is, worden huwelijkse voorwaarden buiten toepassing gelaten wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid.

Het moge duidelijk zijn dat de bewijslast voor de echtgenoot die vindt dat de huwelijkse voorwaarden buiten toepassing moeten blijven, hoog is. Er zal niet snel sprake zijn van een dergelijke situatie. Recent is er in de rechtspraak geoordeeld dat de huwelijkse voorwaarden buiten toepassing dienden te blijven omdat het huwelijk volgens de man enkel was aangegaan om via echtscheiding te kunnen beschikken over het vermogen van de man. Voor de uitspraak klik hier. De man was 56 jaar oud en de vrouw was 20 jaar ten tijde van het huwelijk. Uit de feiten en omstandigheden lijkt het dat het huwelijk ongeveer een jaar heeft geduurd. Er was sprake van een aantal specifieke omstandigheden op basis waarvan de huwelijkse voorwaarden in strijd met de redelijkheid en billijkheid werd geacht.

Zo bleek uit verklaringen van de getuigen dat de vrouw vóór het huwelijk meermalen en onomwonden had verklaard nooit te willen scheiden en met de man een gezin met kinderen te willen stichten.  De vrouw had ook beloofd op korte termijn bij de man in België te komen wonen. Dit vormde voor de man een essentieel geheel om in het huwelijk te treden met de vrouw. Vervolgens blijken er voldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat de vrouw een andere intentie had met het aangaan van de huwelijk. De vrouw komt helemaal niet bij de man wonen en komt überhaupt maar ongeveer tien keer langs gedurende het huwelijk. Ook wordt het op basis van getuigenverklaring ongeloofwaardig geacht dat  de vrouw wilde scheiden omdat de man niet in Nederland wilde samenwonen. Vanaf het begin was immers duidelijk dat de vrouw bij de man zou intrekken vanwege zijn onderneming in België. Verder heeft de vrouw de man nooit laten weten waarom ze wilde scheiden. Het eerste contact hierover was het verzoekschrift echtscheiding van de vrouw. Tevens bleek dat vrouw initiatiefneemster is om de huwelijkse voorwaarden op te laten maken op basis waarvan bij echtscheiding de helft van het vermogen van de man zou ontvangen. De eerste poging van de vrouw om dit op te laten nemen in huwelijkse voorwaarden loopt ook op niets uit omdat de notaris niet bereid is de huwelijkse voorwaarden op die manier op te stellen. De vrouw heeft de man vervolgens onder druk gezet door alleen te willen trouwen als de huwelijkse voorwaarden op die manier van kracht zouden worden en door te verklaren dat ze niet wilde scheiden. Bij de tweede notaris hebben ze wel succes doordat op initiatief van de vrouw de notaris niet wordt ingelicht over het vermogen van de man. Hieruit kan worden opgemaakt dat de vrouw wilde voorkomen dat ook deze notaris niet akkoord zou gaan met het opstellen van huwelijkse voorwaarden.

Al deze omstandigheden bij elkaar genomen, leidt de rechtbank tot het oordeel dat onverkorte toepassing van de tussen partijen overeengekomen huwelijkse voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, omdat het de vrouw niet om het huwelijk (inclusief kinderen krijgen en samenwonen) te doen is geweest maar om te beschikken over het geld van de man ofwel zijn vermogen. Daarbij weegt de rechtbank mee dat de vrouw geen enkele bijdrage heeft geleverd aan de opbouw van het vermogen van de man en de man zijn vermogen tijdens zijn arbeidzaam leven als boer gedurende circa 40 jaar heeft opgebouwd. Ook weegt mee dat onverkorte toepassing van de huwelijkse voorwaarden er toe zou leiden dat de man zijn bron van bestaan (bedrijf) zou moeten verkopen teneinde de vrouw uit te kunnen keren.

Kortom op basis van zeer specifieke omstandigheden kan een beroep op huwelijkse voorwaarden strijd met de redelijkheid en billijkheid opleveren. Nu blijkt uit de uitspraak van de rechtbank dat er sprake moet zijn van zeer uitzonderlijke omstandigheden. De bewijslast van deze omstandigheden ligt bij degene die een beroep doet op het buiten toepassing laten van de huwelijkse voorwaarden.

.

Aanmelden voor nieuwsbrief
Aanmelden
Contact

Veerkade 5D
3016 DE  Rotterdam

010-466 23 33
info@bwadvocaten.nl