4 september 2023
door Tine Notenboom
Het kabinet heeft er eindelijk voor gekozen om de registratie van kredietgegevens vast te leggen in een wet. Op dit moment wordt kredietregistratie nog georganiseerd door de kredietverstrekkers die zijn verenigd in het Bureau Krediet Registratie (het BKR).
Sinds 30 juni 2023 t/m 3 september 2023 was het mogelijk om via een internetconsulatie te reageren op het Wetsvoorstel Wet Stelsel Kredietregistratie. Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk om een organisatie aan te stellen en te controleren voor het beheer van gegevensverwerking voor kredietregistratie. Bij kredietregistraties worden de gegevens van miljoenen Nederlanders verwerkt. Het ligt dan ook voor de hand om dit vast te leggen in een wet. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft eerder eveneens geadviseerd om een wettelijk kader te scheppen.
Er is in de Wet op het financieel toezicht wel een verplichting opgenomen voor kredietaanbieders om aangesloten te zijn bij een stelsel van kredietregistratie, maar deze verplichting is niet verder uitgewerkt. Er is in Nederland maar één stelsel van kredietregistratie en dat is het BKR. De wetgever heeft al aangegeven dat ze voornemens is om de wettelijke taak van het beheer van het stelsel van kredietregistratie neer te leggen bij het BKR. Dat vinden wij een gemiste kans. Nu de kaders waarbinnen kredieten geregistreerd mogen worden onder de loep worden genomen, ligt het voor de hand om ook de schepper van het stelsel kritisch te bekijken.
In ieder geval worden door de wetgever wel de keuzes opnieuw gemaakt, omtrent welke overeenkomsten in het stelsel worden opgenomen, de doeleinden van registratie, en over hoe lang gegevens worden geregistreerd.
Met betrekking tot welke overeenkomsten er in het stelsel worden opgenomen is overwogen om ook hypotheken waar geen sprake was van een betalingsachterstand te registreren. Tot nu toe werd alleen consumptief krediet geregistreerd na het aangaan van de overeenkomst (positieve registratie). Ook betalingsachterstanden op deze kredieten zoals in het geval een aflossingsregeling is getroffen, worden geregistreerd (negatieve registratie). Hypothecair krediet wordt bij BKR tot nu toe alleen geregistreerd in het geval er sprake is van een betalingsachterstand. Daarnaast worden zakelijke kredieten met persoonlijke aansprakelijkheid, operational leaseovereenkomsten en schuldhulpverleningstrajecten geregistreerd.
Wij zien geen toevoegde waarde in het registreren van hypotheken vanaf het aangaan van de overeenkomst (positieve registratie). Een hypotheek is een beperkt recht en wordt in die hoedanigheid al geregistreerd in een openbaar register. Het past niet bij het doel van de kredietregistratie (het voorkomen van misbruik en fraude en het beschermen tegen overkreditering) om alle verstrekte hypotheken te registreren.
Het wetsvoorstel voorziet in een regeling om bij de kredietverstrekker die de overeenkomst heeft geregistreerd, een verzoek in te dienen om de BKR registratie te verwijderen. Deze mogelijkheid moet wettelijk vastgelegd worden omdat door het vastleggen van kredietregistratie in de wet, de mogelijkheid om verwijdering te vragen op grond van de AVG komt te vervallen. Om dit ongewenste effect te voorkomen neemt de wetgever op dat de kredietverstrekker zal moeten nagaan of de registratie leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, waarbij het belang van de natuurlijke persoon moet worden afgewogen tegen het belang van de registratie in het licht van de doelstellingen van het stelsel van kredietregistratie. Er wordt door de wetgever overwogen dat het voor de hand ligt om bij een beoordeling van de registratie aan te sluiten bij het huidige toetsingskader. Door op bovenstaande wijze de beoordeling van registraties vast te leggen is dat echter niet het geval. In de AVG dient verwijdering te geschieden tenzij de kredietverstrekker kan aantonen dat de registratie moet blijven bestaan. Door op bovenstaande wijze de toets vast te leggen dient de consument aan te tonen dat de registratie moet worden verwijderd en is hij in feite slechter af dan zonder de wet.
Met betrekking tot de duur van de registraties gaat in het wetsvoorstel de termijn voor het bewaren van zogenoemde negatieve registraties van vijf jaar terug naar drie jaar na beëindiging van het krediet. Het terugbrengen van de termijn brengt enkel een verlies aan bescherming met zich mee. Er is pas te meten of iemand kredietwaardig is wanneer hij voor langere tijd aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Het ligt dan ook niet voor de hand om deze termijn terug te brengen tot drie jaar. Het was verstandiger geweest om een gedifferentieerde bewaartermijn op te nemen in de wet. Het Belgische kredietregistratiesysteem maakt bijvoorbeeld een onderscheid tussen vorderingen die zijn terugbetaald en vorderingen die niet zijn terugbetaald om de bewaartermijn te bepalen. Voor schulden die zijn terugbetaald geldt een bewaartermijn van een jaar. Voor schulden de niet zijn terugbetaald, geldt een bewaartermijn van tien jaar vanaf de datum van de eerste wanbetaling.
BW Advocaten is benieuwd naar het wetsvoorstel dat aan de Kamer zal worden voorgelegd. Het is in ieder geval een goed begin dat er een wettelijke verankering van het stelsel van kredietregistratie komt. Mocht u vragen hebben over een (negatieve) BKR-registratie dan kunt u contact opnemen met mw. Notenboom.
Veerkade 5D
3016 DE Rotterdam
010-466 23 33
info@bwadvocaten.nl